DentoPlus - Tandartsen Groepspraktijk Oordegem - Contact Tel.: +3293665949 -

Nuttige info > Conserverende tandheelkunde - Sealen

Orthodontie – Waarom orthodontie?

Orthodontie – Hoe werken clear aligners?

Conserverende tandheelkunde – sealen

Wat is dat?

Het woordje ‘sealen’ is afgeleid van het Engelse werkwoord ‘to seal’. Dat betekent afdichten of verzegelen. Sealen bij de tandarts betekent dan ook het afdichten of verzegelen van groefjes en putjes in tanden en kiezen. De tandarts of mondhygiënist brengt een laagje kunststoflak of kunstharscement aan. Deze kan transparant of geelwit zijn.

Waarom?

Wie zijn tanden zorgvuldig poetst, heeft weinig kans op het krijgen van gaatjes. Beginnende gaatjes kun je stoppen als je goed je tanden poetst.

Sealen helpt de kiezen te beschermen tegen gaatjes als die groter worden. Het beschermt ze op die plaatsen waar ze het meest gevoelig zijn voor gaatjes, namelijk in de groefjes en putjes. Deze zijn kwetsbaar, vooral als ze diep en smal zijn. De haren van de tandenborstel kunnen de groefjes moeilijk schoonpoetsen. Sealen gebeurt meestal kort nadat de blijvende kies helemaal is doorgebroken. Dan is de kans op gaatjes het grootst.

Hoe verloopt de behandeling van het sealen?

reinigen

Allereerst maakt de tandarts of mondhygiënist de kies goed schoon met een roterend borsteltje of een instrument.

droog houden

Speeksel verhindert dat het laagje aan de kies hecht. Daarom houdt de tandarts of mondhygiënist de kies met wattenrolletjes en een speekselzuiger droog. Dan kan er geen speeksel bij de kies komen. Soms spant de tandarts of mondhygiënist een heel dun rubber lapje om de hele kies of om meerdere kiezen. Dit wordt ook wel rubberdam genoemd. Een klemmetje houdt het lapje op zijn plaats. Het klemmetje drukt soms iets op het tandvlees, maar dat went meestal snel. Daarna spuit hij de kies met een luchtspuit droog.

etsen

Om het laagje goed te laten hechten, ruwt de tandarts of mondhygiënist de groefjes en putjes in het glazuur op met een zure vloeistof of gel. Dat heet etsen.

spoelen

Na een korte inwerktijd spoelt de tandarts of mondhygiënist de zure vloeistof of gel weg met water. Dat gebeurt met een lucht-/waterspuit. Het water wordt opgezogen met een speekselzuiger.

sealen

Nu kan de tandarts of mondhygiënist het laagje op de kies aanbrengen. Het aangebrachte materiaal komt tot diep in de bodem van de groefjes en putjes.

uitharden

Dan moet het materiaal uitharden. Dat kan vanzelf gaan of met een lamp die blauw licht geeft. Als de tandarts of mondhygiënist een lamp gebruikt, beschermt hij soms de ogen met een oranje schermpje. Ten slotte controleert de tandarts of mondhygiënist of het laagje goed vast zit.

Wat is het voordeel van sealen?

In de gesealde vlakken van de kiezen is er minder kans op gaatjes.

Wat zijn de nadelen van sealen?

Na afloop van het sealen, hebben kinderen soms een beetje vieze smaak in de mond. Bij het dichtbijten voelen de kiezen aanvankelijk een beetje vreemd. Dit gevoel verdwijnt vanzelf. Sealen werkt alleen op de plek waar het laagje is aangebracht. Het voorkomt niet dat er op andere plekken in de tanden of kiezen gaatjes ontstaan.

Hoe ervaren kinderen het sealen?

Kinderen ervaren het sealen vaak als een echte behandeling. De meeste kinderen kunnen die goed verdragen.

Wat is voor mijn kind belangrijk om te weten?

Jonge kinderen hebben meestal moeite om hun mond langere tijd open te houden. Vertel uw kind hoe de behandeling verloopt. Als je kind weet wat er gebeurt, is de kans groter dat de behandeling vlot verloopt.

Moeten de kiezen van elk kind worden geseald?

De kiezen worden alleen geseald als de tandarts verwacht dat er gaatjes in de groefjes ontstaan.

Endodontie – wortelkanaalbehandelingen

1. De kies is opengemaakt  2. De wortelkanalen worden schoongemaakt met een speciaal vijltje  3. Wortelkanalen zijn afgesloten met vulmateriaal en de kies is voorzien van een vulling  4. Geruime tijd later is de ontsteking verdwenen.

Ontstoken tandweefsel geneest niet meer.

Tanden en kiezen bestaan uit een kroon en één of meer wortels. De kroon is het deel dat u ziet. De wortels ziet u niet. Die zitten onder uw tandvlees in de kaak verankerd. In iedere wortel loopt een kanaal, het wortelkanaal. Hierin zitten zenuwvezels en kleine bloedvaten. Dit levend weefsel wordt ook wel pulpa genoemd. Als het weefsel ontstoken is of ontstoken is geweest, voert de tandarts een wortelkanaalbehandeling uit.

Waardoor ontstaat ontstoken tandweefsel?

Door tandbederf of door een lekkende vulling kan uw tandweefsel ontstoken raken. Een harde klap op uw tand kan ook een aanleiding zijn. Bacteriën zijn meestal de veroorzakers van de ontsteking. Voelen uw tanden of kiezen gevoelig aan bij het drinken van koude of warme dranken? Dat kan een eerste signaal zijn. Soms geeft de ontsteking geen klachten, maar ook hevige pijnklachten komen voor. Uw tandarts moet het ontstoken tandweefsel verwijderen, anders zal het afsterven. Wanneer het tandweefsel niet wordt verwijderd, kan de ontsteking zich naar uw kaakbot uitbreiden. Hierdoor kan kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren gaan. Uiteindelijk kan zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan of zelfs uitvallen. U merkt een kaakbotontsteking bij het dichtbijten. Uw tand of kies kan dan te hoog aanvoelen.

Wat gebeurt er tijdens een wortelkanaalbehandeling?

Tijdens een wortelkanaalbehandeling verwijdert de tandarts het ontstoken tandweefsel. Ontstoken tandweefsel geneest niet meer. Het is een onomkeerbaar proces. Daarom haalt uw tandarts het ontstoken weefsel weg. Een wortelkanaalbehandeling wordt ook wel kanaal- of zenuwbehandeling genoemd.

De wortelkanaalbehandeling

De wortelkanaalbehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving als uw tandweefsel nog (gedeeltelijk) ‘levend’ is. Een verdoving is soms niet nodig als uw tandweefsel al is afgestorven. Vaak maakt uw tandarts een of meer röntgenfoto’s. Zo heeft hij een goede controle over het verloop van de behandeling. Uw tandarts maakt eerst uw tand of kies open en verwijdert het ontstoken weefsel. Daarna reinigt hij het kanaal met kleine vijltjes en spoelt hij het met een desinfecterende spoelvloeistof. Vervolgens worden de kanalen gevuld. Na de wortelkanaalbehandeling maakt uw tandarts uw tand of kies weer dicht met een vulling. Als de kies is verzwakt, kan een kroon nodig zijn. Een tand of kies die op deze wijze is behandeld, kan nog lange tijd mee.

Kan een wortelkanaalbehandeling bij iedere tand of kies worden uitgevoerd?

Soms kan uw tandarts geen wortelkanaalbehandeling uitvoeren, omdat er bijkomende problemen zijn. Het kan voorkomen dat de tand of kies moet worden verwijderd. Met uw tandarts kunt u de mogelijke oplossingen bespreken voor de vervanging van uw verloren tand of kies. Denk bijvoorbeeld aan een brug.

Is een wortelkanaalbehandeling pijnlijk?

Een wortelkanaalbehandeling is met een verdoving meestal niet pijnlijk

Hoe lang duurt een wortelkanaalbehandeling?

De duur van een wortelkanaalbehandeling is afhankelijk van het aantal wortelkanalen. Tanden hebben meestal één wortel. Kiezen hebben er vaak meer. De behandelingstijd varieert daarom van een half tot anderhalf uur. Vaak kan de tandarts de wortelkanaalbehandeling in één keer afmaken. Soms moet u een aantal keren terugkomen.

Parodontologie – tandvleesontstekingen

Voorkom ontstoken tandvlees door een goede mondhygiëne

Met een goede mondhygiëne houdt u uw tanden, kiezen en tandvlees gezond. U voorkomt daarmee ontstoken tandvlees (gingivitis en  parodontitis) en u bevordert de genezing ervan. Maar hoe weet u nu of uw tandvlees gezond is? En kunt u ontstoken tandvlees herkennen?

Gezond tandvlees

Gezond tandvlees is roze, ligt strak om tanden en kiezen en bloedt niet als u eet of uw tanden poetst. Gezond tandvlees is de basis van een gezond gebit. Het tandvlees is samen met het kaakbot en de vezels het fundament van uw tanden en kiezen. Wie zijn tandvlees gezond houdt, kan jarenlang genieten van zijn eigen tanden en kiezen.

Ontstoken tandvlees (gingivitis)

Bloedend, rood of gezwollen tandvlees duidt meestal op ontstoken tandvlees. Uw tandvlees kan overal ontstoken zijn. Maar de ontsteking kan ook plaatselijk zijn, bijvoorbeeld tussen 2 tanden of kiezen. Ontstoken tandvlees gaat soms samen met een vieze smaak in de mond of met een slechte adem. Het doet zelden pijn, maar het tandvlees kan wel gevoelig zijn als u het aanraakt. Dat merkt u als u tandenpoetst, tandenstokers, ragers of flossdraad gebruikt. Soms is uw tandvlees ontstoken, maar is er niets te zien. Gelukkig kan uw mondhygiënist of tandarts de ontsteking wel vaststellen. Tijdige behandeling van ontstoken tandvlees, kan uw tanden en kiezen behouden.

Wat is de oorzaak van ontstoken tandvlees?

Tandplak op de overgang van uw tandvlees naar uw tand of kies en de tandplak die tussen uw tanden en kiezen zit, veroorzaken ontstoken tandvlees. Als u de tandplak niet goed verwijdert, zorgen de bacteriën in de tandplak ervoor dat uw tandvlees ontstoken raakt. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak. Hierdoor raakt het tandvlees steeds meer ontstoken. Tandplak is lastig te zien. Een tandplakverklikker is een handig hulpmiddel om tandplak zichtbaar te maken.

Ernstige tandvleesontsteking (parodontitis)

De ontsteking van het tandvlees kan zich uitbreiden naar het kaakbot. Door de ontsteking laat het tandvlees los van de tanden en kiezen. De ruimte (pocket) tussen de tand en het tandvlees wordt dieper. De ontsteking in de tandvleesrand kan zich uitbreiden naar het kaakbot. Daardoor laat het tandvlees nóg verder los. Door de ontsteking gaan de vezels stuk en wordt het kaakbot afgebroken. Gevolg? Nog diepere pockets. Hierin verkalkt de tandplak gedeeltelijk tot tandsteen. Het tandvlees kan gaan terugtrekken. Deze voortschrijdende ontsteking met afbraak van vezels en kaakbot heet  parodontitis. Parodontitis voel je vaak niet en kan zonder goede controle lang onopgemerkt blijven.

Vaak wordt parodontitis pas opgemerkt als de tanden en kiezen losser gaan staan of als de ruimte tussen de tanden en kiezen groter wordt. Omdat het tandvlees ver is teruggetrokken, komen wortels bloot te liggen.

Blootliggende wortels hebben geen beschermend glazuur. Daardoor ontstaan er makkelijk gaatjes.Ook zijn tanden en kiezen met blootliggende wortels gevoelig. Bijvoorbeeld als u uw tanden poetst of wanneer u warme, koude, zoete of juist zure producten eet of drinkt. Door de ontsteking kan zoveelkaakbot verdwijnen dat uw tanden en kiezen uitvallen.

Hoe weet je of de ontsteking ernstig is?

Op het oog ziet al het ontstoken tandvlees er hetzelfde uit. Om de ernst van een ontsteking vast te stellen moet de tandarts of mondhygiënist de ruimten tussen de tanden en het tandvlees (pockets) opmeten. Dat doet hij met een zogenoemde pocketsonde bij alle tanden en kiezen. Met de meting bepaalt hij per tand of kies de ernst van de ontsteking. Bij gezond tandvlees is een pocket maximaal 3 mm en bloedt niet. Ontstoken tandvlees geeft pockets tot 5 mm. Verder gevorderde ontstekingen hebben nog diepere pockets, vaak van 6 mm of zelfs nog meer. Dan is er ook sprake van botafbraak.

Wat moet ik doen om mijn tandvlees gezond te maken en te houden?

Ontstoken tandvlees geneest alleen als u dagelijks alle tandplak verwijdert.

Mijn tandvlees is ontstoken, hoe haal ik alle tandplak weg?

Met een goede mondhygiëne haalt u alle tandplak weg. Dat houdt meer in dan 2x per dag uw tanden 2 minuten poetsen met een fluoridetandpasta. Reinig ook dagelijks de ruimten tussen uw tanden en kiezen met tandenstokers, ragers of flossdraad. Een goede dagelijkse mondhygiëne is de basis van gezond tandvlees en een gezonde mond.

Wat kan de tandarts aan ontstoken tandvlees doen?

Uw tandarts of mondhygiënist kan u adviseren en instructies geven waarmee u uw mondhygiëne op peil kunt brengen en houden. Met een goede mondhygiëne verwijdert u dagelijks tandplak van uw tanden en kiezen op de plaatsen waar u zelf met de tandenborstel, tandenstokers, ragers of flossdraad bij kunt. Tandsteen kunt u niet zelf wegpoetsen. Dat doet uw mondzorgverlener met speciale instrumenten. Dit wordt gebitsreiniging genoemd. Uw dagelijkse inspanningen samen met de professionele gebitsreiniging in de mondzorgpraktijk worden beloond. De ontsteking kan verdwijnen en gezond tandvlees kan zich weer aan de tanden en kiezen hechten. Het tandvlees kan tijdens de genezing wat terugtrekken. Eenmaal verloren kaakbot komt niet meer terug. Wie dagelijks alle tandplak verwijdert, voorkomt nieuwe ontstekingen.

Kan ik tandplak verwijderen met een mondspoelmiddel?

Sommige mondspoelmiddelen maken het verwijderen van tandplak gemakkelijker. Toch kunnen ze het gebruik van een tandenborstel gecombineerd met tandenstokers, ragers of flossdraad niet vervangen. Mondspoelmiddelen kunnen wel even een frisse mondgeur en aangename smaak geven.

Is roken schadelijk voor mijn tandvlees?

Roken heeft behalve de bekende gezondheidsrisico’s ook nadelige gevolgen voor uw tandvlees. Het tandvlees van rokers ziet er bleker uit en bloedt minder snel, terwijl het toch ontstoken kan zijn. Als u rookt, herstelt het tandvlees slechter van een ontsteking. Bij rokers breekt het kaakbot 2x sneller af dan normaal.

Ik ben zwanger. Heb ik meer kans op ontstoken tandvlees?

Tijdens uw zwangerschap heeft u meer kans op het krijgen van tandvleesproblemen. Door de veranderde activiteit van uw hormonen reageert het tandvlees heftiger op de anwezigheid van tandplak. Extra aandacht voor de mondhygiëne tijdens uw zwangerschap is dan ook zeer belangrijk. Als u alle plak zorgvuldig verwijdert, levert uw zwangerschap geen extra risico’s op voor het krijgen van tandvleesontstekingen.

Heeft stress gevolgen voor tandvleesontstekingen?

Iedereen heeft wel eens last van stress. Langer aanhoudende psychische stress kan de afweer van het lichaam en dus ook van het tandvlees onderdrukken. Wie veel stress heeft, heeft een grotere kans op parodontitis. Ook de gevolgen van parodontitis kunnen ernstiger zijn.

Heeft diabetes gevolgen voor mijn tandvlees?

Iemand met diabetes is gevoeliger voor ontstekingen en infecties. Dus ook het tandvlees ontsteekt sneller. Dat gebeurt vooral wanneer de diabetes niet goed is ingesteld. Mensen met diabetes, en vooral niet goed ingestelde diabetes, hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van parodontitis.

Parodontologie – tanderosie

Wat is tanderosie?

Gaatjes (tandcariës) worden veroorzaakt door bacteriën in de mond. Deze mondbacteriën vormen zuur uit suikers en andere koolhydraten (zoals in bijvoorbeeld pasta, aardappelen en brood). Dit zuur veroorzaakt tandcariës. Tanderosie is slijtage van het tandglazuur door zuren uit eten en drinken of uit de maag. De laatste jaren zijn de voedingsgewoonten ingrijpend veranderd. Zo worden vaker en meer fris- en sportdranken gedronken. Dat heeft tanderosie tot gevolg. Hier leest u hoe u tanderosie kunt voorkómen.

Tanderosie is het oplossen van het tandglazuur door zuurinwerking. Het is een sluipend proces dat niet gemakkelijk te herkennen is. Daarom is voorkómen van het allergrootste belang. Wanneer tanderosie niet wordt bestreden, kunnen de zuren het tandglazuur en vervolgens zelfs het blootliggende tandbeen oplossen.

Hoe ziet tanderosie eruit?

Meestal merkt u tanderosie pas op in een vergevorderd stadium. Als u klachten krijgt bij het eten of drinken bijvoorbeeld. Vaak is het tandglazuur dan al verdwenen. Tanderosie kunt u pas herkennen als het uiterlijk van de tanden verandert. De voortanden worden korter, dunner en doorschijnender of krijgen rafelige randen. De tanden worden (plaatselijk) steeds geler of de tanden krijgen donkere plekken. Het glazuur wordt namelijk dunner en het onderliggende gele tandbeen schijnt dan steeds meer door. In de knobbels van de kiezen kunnen putjes ontstaan. In een later stadium kunnen de knobbels van de kiezen zelfs helemaal verdwijnen. Dan kauwt u dus op het tandbeen. Dat geeft pijnklachten en gevoeligheid. Erosie tast de vullingen in tanden en kiezen niet aan. Hierdoor kunnen de vullingen boven het tandoppervlak gaan uitsteken.

Hoe ontstaat tanderosie?

Tanderosie wordt voornamelijk veroorzaakt door zuren uit voedingsmiddelen. Deze zuren lossen uw tanden op. Het gaat niet alleen om hoevéél zure producten u eet en drinkt. Hoe vaker u dat doet en hoe langer u zure producten in uw mond houdt, hoe groter de kans op tanderosie is. Ook de manier waarop u eet en drinkt is van invloed. Wacht u bijvoorbeeld met doorslikken totdat de prik van de drank af is? Of spoelt u een drank voor de smaak rond in uw mond? Hierdoor is het zuur langer in uw mond. Ook maagzuur kan een veroorzaker zijn van tanderosie. Door braken en oprispingen komt het maagzuur in de mond. Hoe vaker dit gebeurt, hoe sterker de erosie optreedt. Maagaandoeningen kunnen oprispingen en braken veroorzaken. Maar ook mensen die vanwege hun extreme drang om te vermageren veel braken (anorexia nervosa) of mensen met extreme eetaanvallen, gevolgd door bewust braken (boulimia nervosa), kunnen veel last van tanderosie hebben.

Wat is de rol van speeksel bij tanderosie?

Speeksel beschermt uw gebit tegen tanderosie. Het neutraliseert de zuren uit voedsel en dranken. Sommige medicijnen of bepaalde ziekten kunnen uw speekselproductie remmen. Dan kunt u extra gevoelig zijn voor erosie.

Wat veroorzaakt tanderosie?

Frisdrank en vruchtensappen

Frisdranken krijgen hun frisse smaak door het toegevoegde fosforzuur (bijvoorbeeld in cola), citroen- of appelzuur (in allerlei fris- en sportdranken). De zure smaak proeft u niet door de toegevoegde suiker of zoetstof. Suiker onderdrukt wel de zure smaak, maar neutraliseert het zuur niet. Natuurlijk weet u wel dat de meeste frisdranken slecht zijn voor uw tanden en kiezen. Maar lang niet iedereen weet dat vruchtensappen nóg zuurder zijn. Die zijn dus nóg slechter voor uw gebit. Ook de meeste sport- en mixdranken en de meeste rode en witte wijnen zijn zuur. De schadelijke gevolgen van de drank heeft alles te maken met de zuurgraad van die drank. Hoe zuurder de drank, hoe nadeliger voor het gebit. Maar niet het zuur van de drank alleen bepaalt of er schade aan het gebit wordt toegebracht. De schade is bovendien afhankelijk van uw drinkgedrag:

het aantal zure drinkmomenten per dag

de tijd dat u een zure drank in uw mond houdt

de manier van drinken (de frisdrank door de mond spoelen totdat de ‘prik’ bijna weg is of het door de mond rondspoelen voor de smaak)

Bedenk dat bijna alle dranken zuur zijn! Water, koffie (zonder suiker) en gewone thee (zonder suiker) en melk zijn uitzonderingen.

voedingsmiddelen

Alle zure voedingsmiddelen, hoe gezond ook, kunnen schadelijk zijn voor uw gebit. Vooral voor zuur fruit moet u oppassen. Denk aan citrusvruchten, bramen en bessen, appels, druiven, kiwi’s en mango’s, maar ook aan de producten daarvan (appelstroop, jam, vruchtensap). Ook alle levensmiddelen die zijn aangezuurd met bijvoorbeeld azijn- of citroenzuur, veroorzaken bij veelvuldig gebruik tanderosie. Denk aan bijvoorbeeld slasaus of mayonaise. Veel mensen zuigen op vitamine C tabletten in plaats van ze direct door te slikken. Dat kan funest zijn voor de tanden. Vitamine C producten zijn van zichzelf al licht zuur en bovendien zijn ze nog eens op smaak gebracht door toevoegingen van een zoetstof en citroenzuur.

Hoe kun je tanderosie voorkomen?

voeding

Beperk het gebruik van zure dranken en zuur voedsel. Neem als alternatief zo mogelijk water, gewone thee (zonder suiker), dus géén vruchten- of kruidenthee, koffie (zonder suiker) of melk.

Houd zure producten zo kort mogelijk in uw mond. Spoel de drank dus niet rond in uw mond. Zuig ook niet op zuur snoep of andere zure producten.

Beperk het aantal keren dat u eet of drinkt. Gebruik drie maaltijden per dag en daarnaast niet meer dan vier keer iets tussendoor. Eet maximaal een- of tweemaal per dag zuur fruit. Als u bij uw eten drinkt, geldt dat als één moment.

Tanden poetsen

Poets tweemaal per dag uw tanden. Gebruik een zachte tandenborstel en een fluoridetandpasta. Reinig de ruimte tussen de tanden en kiezen eenmaal per dag met ragers, flossdraad of tandenstokers.

Eet of drink één uur voordat u uw tanden gaat poetsen géén zure producten. Het oppervlak van tanden en kiezen wordt zachter door de inwerking van zuur. Als u direct na het eten of drinken van zuur uw tanden poetst, kunt u de glazuurlaag gemakkelijk wegpoetsen.

Hoe vaak kan ik per dag iets zuurs eten of drinken?

Beperk het aantal keren dat u eet of drinkt. Gebruik drie maaltijden per dag en daarnaast niet meer dan vier keer iets tussendoor. Eet maximaal een- of tweemaal per dag zuur fruit. Als u bij uw eten drinkt, geldt dat als één moment.

Kan ik iets doen om mijn tandglazuur sterker te maken?

Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur. Fluoride vertraagt het oplossen van tandglazuur. Poets daarom uw tanden tweemaal per dag met fluoridetandpasta.

Moet ik voor of na het ontbijt mijn tandenpoetsen?

Poets uw tanden bij voorkeur na het ontbijt. Gebruikt u zure producten bij uw ontbijt? Wacht dan met tandenpoetsen. Gebruik een zachte tandenborstel en poets niet te krachtig.

Hebben jongeren meer kans op tanderosie dan volwassenen?

Jongeren drinken veel vaker en meer fris-, sport-, andere mixdranken en vruchtensappen. Bovendien zijn de voedingsgewoonten ingrijpend veranderd. Daarom hebben vooral jongeren meer kans op tanderosie.

Zijn lightdranken beter voor mijn gebit dan gewone frisdranken?

Lightdranken bevatten geen suiker, maar gebitsvriendelijke zoetstoffen. Maar ze bevatten wel evenveel zuur als gewone frisdranken. Voor tanderosie zijn ze dus even schadelijk. Wel is de kans op gaatjes (cariës) kleiner wanneer u lightdranken drinkt.

Karnemelk en yoghurt(dranken) zijn toch ook zuur. Waarom zijn die dan niet schadelijk voor mijn gebit?

Karnemelk en yoghurt hebben een hoog calcium- en fosfaatgehalte. Hierdoor treedt nauwelijks tanderosie op. Maar pas op voor de yoghurtdranken die suiker bevatten. Deze kunnen gaatjes veroorzaken.

Wat kan ik mijn kind het beste te drinken geven?

Water en gewone thee (zonder suiker) kan uw kind onbeperkt drinken. Als alternatief kunt u melk geven. Beperk de hoeveelheid vruchtensappen en zure frisdranken of leng ze aan met water.

Ik gebruik medicijnen. Heb ik nu eerder kans op tanderosie?

Veel medicijnen hebben als bijwerking dat ze de afgifte van speeksel remmen. Hierdoor kunt u last krijgen van een droge mond. De natuurlijke bescherming van speeksel wordt door het gebruik van vele medicijnen verminderd. Als u dan veel zure producten eet of drinkt, is de kans op tanderosie extra groot. Bespreek dit daarom met uw tandarts of mondhygiënist.

Heeft erosie ook invloed op de kleur van mijn gebit?

Als de glazuurlaag slijt, zie je het tandbeen door het glazuur heen. Tandbeen heeft een lichtgele kleur. Daardoor zien de tanden er donkerder uit.

Implantologie – vaste implantaten

Wat is een implantaat?

Een implantaat kunt u het beste vergelijken met een kunstwortel. Een implantaat vervangt een afwezige tandwortel en wordt als een schroef in de kaak gebracht. Implantaten worden gemaakt van een lichaamsvriendelijk materiaal zoals titanium. Soms zijn ze voorzien van een keramische laag. Het implantaat biedt houvast voor een kroon, brug of overkappingsprothese.

Wanneer worden implantaten toegepast?

Bij het ontbreken van één tand of kies. De tandarts plaatst op het implantaat een kroon van metaal of keramiek.

Bij het ontbreken van enkele tanden of kiezen. De implantaten worden in deze situatie van een vastzittende brug voorzien. Een brug is een voor de patiënt niet uitneembare vervanging van één of meer ontbrekende tanden en/of kiezen.

Bij het ontbreken van alle tanden en kiezen kan op implantaten (meestal twee) een overkappingsprothese worden geplaatst. Deze wordt op de implantaten vastgeklikt.

Wanneer is een behandeling met implantaten mogelijk?

In principe kan bij iedereen met volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer achttien jaar) een implantaat worden geplaatst. Voor een succesvolle behandeling moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen:

U moet voldoende kaakbot hebben voor de verankering van de implantaten.

Uw kaakbot moet gezond zijn.

Het tandvlees van de resterende tanden moet gezond zijn. Is dat niet het geval dan wordt dit eerst behandeld.

U moet bereid zijn de aangebrachte voorzieningen goed te onderhouden.

De tandarts beoordeelt aan de hand van röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft en of het gezond is. Tegenwoordig is het mogelijk nieuw kaakbot te laten ontstaan op plaatsen waar er te weinig van is. NB. Roken en bovenmatig alcoholgebruik hebben een zeer nadelige invloed op het succes van de behandeling.

Hoe verloopt de behandeling met implantaten?

2 manieren van inbrengen:

Het implantaat is zichtbaar in de mond (steekt door het tandvlees heen). De tandarts hoeft bij het aanbrengen van de kroon, brug of prothese het tandvlees niet meer open te maken.

Het implantaat wordt na het inbrengen helemaal onder het tandvlees opgesloten. Deze aanpak bezorgt minder napijn. Bovendien is er minder kans op infectie. Het tandvlees wordt bij het aanbrengen van de kroon, brug of prothese opnieuw opengemaakt.

Uw tandarts of kaakchirurg overlegt met u welke aanpak in uw situatie de beste is.

De tandarts of kaakchirurg brengt de implantaten in:

Eerst krijgt u een plaatselijke verdoving rond de plaats waar het implantaat komt.

Daarna wordt het tandvlees op de plek waar het implantaat moet komen losgemaakt, zodat het kaakbot zichtbaar wordt.

Dan wordt een gaatje in het kaakbot geboord.

Daarin wordt het implantaat geschroefd of getikt.

Het tandvlees wordt vervolgens gehecht.

Als u meer dan één implantaat nodig heeft, worden deze vrijwel altijd tijdens dezelfde behandeling ingebracht.

Na het inbrengen van de implantaten

De ervaringen met de behandelingen zijn wisselend. Het bot zelf heeft geen gevoel, maar het tandvlees kan enigszins pijnlijk zijn. Daarvoor krijgt u zonodig een pijnstillend middel voorgeschreven. Vaak is het verstandig gedurende één of twee weken na het aanbrengen van implantaten uw voeding aan te passen. Doe dit in overleg met uw tandarts of kaakchirurg. Drie tot zes maanden na het inbrengen is het implantaat stevig in het bot verankerd. U mag het implantaat in deze periode niet belasten. Een tijdelijk geplaatste voorziening waarborgt de kauwfunctie en de esthetiek zoveel mogelijk. Nadat een of meer implantaten in het kaakbot zijn verankerd, plaatst de tandarts hierop de kroon, brug of prothese. Hij neemt daarvoor onder plaatselijke verdoving soms eerst een klein stukje van het tandvlees boven het implantaat weg.

Mondhygiëne bij implantaten

Een implantaat onder een kroon of brug zit verankerd in het bot. Het is erg belangrijk dat u de overgang van de kroon of brug naar het tandvlees goed schoonmaakt. Poets dit gebied zorgvuldig met een zachte tandenborstel en gebruik tandenstokers, ragers en/of flossdraad. Bij een slechte mondhygiëne kunt u uw implantaat verliezen. Implantaten die als pijlers dienen onder een overkappingsprothese maakt u schoon met een zachte tandenborstel, ragers en/of (super)flossdraad. Poets tweemaal per dag het deel van het implantaat dat boven het tandvlees uitsteekt. Besteed extra aandacht aan de overgang van het implantaat naar het tandvlees. Reinig de ruimte onder de spalk met ragers en/of superfloss op aanwijzing van uw tandarts of mondhygiënist. Als u voedselresten en plak rond de implantaten niet weghaalt, gaat het tandvlees ontsteken. Daardoor verliezen ze op den duur hun houvast, gaan ze los staan en kunnen ze pijn veroorzaken.

Kosten van implantaten

Wat u moet betalen is afhankelijk van de omvang van de werkzaamheden en van uw ziektekostenverzekering. Vraag uw tandarts of kaakchirurg naar een offerte en bespreek die altijd met uw verzekeraar.

Kronen en bruggen

Kronen en bruggen zijn bedoeld als duurzame vervangingen voor tanden en kiezen. Ze benaderen de oorspronkelijke vorm en functie zoveel mogelijk. Een behandeling voor een kroon of brug is ingewikkelder dan voor een gewone vulling. U zult dan ook enkele keren bij uw tandarts moeten terugkomen.

Wat is een kroon?

Een kroon is een kapje van metaal en/of porselein dat precies over een afgeslepen tand of kies past. Het kapje zit op de tand of kies vastgelijmd. Door een kroon krijgt de tand of kies zijn oorspronkelijke vorm en functie weer terug.

Wanneer kan een kroon nodig zijn?

Er is onvoldoende houvast voor een vulling: Door tandbederf kan een groot deel van de tand of kies verloren zijn gegaan. Verbeteren van het uiterlijk: Meestal gaat het daarbij om verkleurde en/of slecht gevormde tanden of kiezen die voor in de mond staan.

Wat is een brug?

Een brug wordt gemaakt ter vervanging van één of meer ontbrekende tanden en/of kiezen. Een brug zit vast aan twee of meer pijlers. Dat zijn afgeslepen tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte van de ontbrekende tand of kies. Een brug bestaat uit twee of meer kronen die op pijlers passen en een brugtussendeel, ook wel ‘dummy’ genoemd. Deze bestaat uit één of meer kunsttanden en/of kiezen die op de plaats van de open ruimte komen.

Wanneer kan een brug nodig zijn?

Om beter te kunnen kauwen.

Verbetering van het uiterlijk.

Om te voorkomen dat tanden en kiezen scheef gaan staan en/of gaan uitgroeien.

Als tanden en kiezen ontbreken, kunnen de tanden of kiezen van de andere kaak in de richting van de open ruimte groeien. Ook kunnen de tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte naar elkaar toe groeien, waardoor ze scheef gaan staan.

Welke soorten bruggen zijn er?

gewone brug

Bij een gewone brug bevinden de pijlers zich aan weerszijden van de open ruimte.

vrij-eindigende brug

Bij een vrij-eindigende brug bevinden de pijlers zich aan één zijde van de ontbrekende tand of kies.

etsbrug

Een etsbrug is meestal mogelijk wanneer de tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte nagenoeg gaaf zijn. Voor deze constructie hoeft nauwelijks iets van de gave tanden te worden afgeslepen. De etsbrug wordt vooral gebruikt ter vervanging van één of twee tanden. De brug wordt door middel van metalen bevestigingsplaatjes met een speciale lijm onzichtbaar aan de binnenzijde van de tanden geplakt. Een etsbrug kan, indien nodig, meestal vrij eenvoudig worden verwijderd.

Van welk materiaal zijn kronen en bruggen gemaakt?

porselein

Kronen van porselein kunnen in veel situaties worden toegepast. Door nieuwe technieken is de kans op breuk uitgesloten. Het materiaal is tandkleurig en ziet er zeer natuurgetrouw uit.

porselein en metaal

Hierbij wordt metaal als basis gebruikt. Voor het uiterlijk wordt over het zichtbare metaal een laag van tandkleurig porselein aangebracht.

metaal

Soms worden kronen en bruggen alleen van metaal gemaakt. Dit materiaal is zeer sterk en slijtvast. Ze krijgen dan een goud- of zilverkleurige goudlegering. Vanwege de kleur plaatst de tandarts ze alleen achter in de mond.

Hoe verloopt de behandeling van een kroon of een brug?

De behandeling van een kroon of brug verloopt in stappen. Hiervoor twee of drie bezoeken aan uw tandarts nodig. Een kroon of brug wordt niet direct in uw mond gemaakt, maar in een tandtechnisch laboratorium. Hiervoor is ongeveer één tot twee weken tijd nodig.

De behandeling in stappen

Afslijpen van de tand of kies

Allereerst wordt een deel van de tand of kies afgeslepen, totdat er genoeg ruimte is om een kroon of brug te maken. Zo nodig krijgt u een plaatselijke verdoving.

Afdruk maken

Vervolgens maakt de tandarts een afdruk van uw hele kaak of het gedeelte waarin zich de afgeslepen kies bevindt. Hiervoor brengt de tandarts een afdruklepel met een rubberachtige massa in uw mond. Zo ontstaat een afdruk waarin later in een tandtechnisch laboratorium gips wordt gegoten. Op dit gipsmodel wordt de kroon of brug gemaakt.

Beetregistratie

Met de beetregistratie bepaalt de tandarts hoe de tanden en kiezen van uw onder- en bovenkaak op elkaar passen. Daarvoor is een afdruk van de tegenovergelegen kaak nodig. Hiervoor gebruikt de tandarts een wasplaatje.

Kleur bepalen

Als de kroon of brug vóór in de mond staat, heeft deze meestal een tandkleurige buitenlaag. Samen met uw tandarts zoekt u een geschikte kleur uit.

Noodvoorziening

Voor uw comfort en ter bescherming van de afgeslepen tand of kies , maakt de tandarts een noodvoorziening (tijdelijke kroon). Eet er geen harde of kleverige producten mee. De tijdelijke kroon is daar niet op berekend. Neem bij breuk of losraken van de tijdelijke kroon contact op met uw tandarts.

Vastzetten

Bij de laatste afspraak past uw tandarts de kroon of brug in uw mond en zet hem vast. Aan de binnenzijde van de kroon of brug brengt hij een snelhardend cement aan. Vervolgens schuift hij de kroon of brug op zijn plaats en drukt hem stevig aan.

Opbouw

Als uw tand of kies te weinig houvast biedt voor een kroon of brug, kan uw tandarts eerst een opbouw maken. Hij lijmt de opbouw met een pin in het wortelkanaal vast. Dan plaatst hij de kroon of brug over de opbouw.

Wat kost een kroon?

De kosten voor een kroon hangen af van de soort kroon, het materiaal dat wordt gebruikt en de kosten voor het tandtechnisch laboratorium. Bovendien is het van belang of een opbouw nodig is. Vraag uw tandarts vooraf om een begroting.

Wat kost een brug?

De kosten voor een brug hangen af van de soort brug en het aantal tanden en kiezen dat moet worden vervangen. Een etsbrug is vaak goedkoper dan een gewone brug. Ook hiervoor geldt: vraag uw tandarts vooraf om een begroting.

Worden kronen en bruggen door de verzekering vergoed?

De vergoedingen variëren per verzekering. In de polis van uw ziektekostenverzekering staat op welke vergoedingen u recht heeft.

Prothesen – overkappingen en plaat- of frameprothesen

DE OVERKAPPINGSPROTHESE

Een kunstgebit op pijlers

U krijgt een overkappingsprothese. Dat is een grote verandering, want uw nieuwe prothese speelt een belangrijke rol bij het kauwen en spreken. Bovendien zijn uw kunsttanden erg belangrijk voor uw uiterlijk. Uw tanden zijn immers uw eerste blikvanger. Bij een ‘gewoon’ kunstgebit worden geen wortels van uw eigen tanden of kiezen gebruikt. Bij een overkappingsprothese wel. Deze werken als een soort pijlers onder het kunstgebit en geven uw gebit houvast en steun.

Slinken van de kaken bij een overkappingsprothese

Ongeveer twintig procent van de Nederlandse bevolking van zestien jaar en ouder draagt een gedeeltelijk of een volledig ‘gewoon’ kunstgebit. Bijna eenderde deel van deze mensen heeft er problemen mee. Vaak past na verloop van tijd het kunstgebit niet goed meer. Dat komt meestal door het slinken van de kaken. Hierdoor ontstaat ruimte tussen het kunstgebit en de kaak. Het kunstgebit gaat dan steeds losser zitten.

Als enkele wortels van uw tanden of kiezen behouden kunnen blijven, kan het slinken van uw kaken voor een groot deel worden voorkomen. De druk die ontstaat door het kauwen, wordt bij een ‘gewoon’ kunstgebit opgevangen door de tandeloze kaken. Bij een overkappingsprothese wordt die voor een belangrijk deel opgevangen door de pijlers onder het kunstgebit. Hierdoor slinken de kaken veel minder snel.

Hoe verloopt de behandeling voor een overkappingsprothese?

voorbehandelingen

Voordat de tandarts de overkappingsprothese kan maken, moet hij een aantal voorbereidingen uitvoeren, de zogenoemde voorbehandelingen.

Het uitkiezen van de pijlers

Eerst kijkt de tandarts zorgvuldig welke wortels van uw tanden of kiezen hij het beste kan gebruiken als pijlers onder uw overkappingsprothese. Vaak zijn dit de wortels van de hoektanden. Om de kwaliteit van uw wortels goed te kunnen beoordelen, zal uw tandarts röntgenfoto’s maken.

Het trekken van de kiezen

Meestal zal uw tandarts daarna de kiezen trekken die hij niet als pijlers voor de overkappingprothese gebruikt. Na het trekken moeten de wonden enige tijd gelegenheid krijgen om te genezen. Uw tanden blijven dus voorlopig nog staan. In het begin is het zonder kiezen een beetje behelpen. Maar u zult zien dat het toch wel snel meevalt. Neem contact op met uw tandarts als het niet zo is. Kort na het trekken van uw kiezen zijn de wonden nog niet goed genezen. Dan kunt u het beste zacht voedsel nemen. Daarna kunt u weer proberen te eten wat u gewend was.

De voorbehandeling van de pijlers

De tanden of kiezen waarvan de wortels als pijlers gaan dienen, krijgen doorgaans een voorbehandeling. Elke wortel heeft binnenin een holte. Uw tandarts reinigt en vult die. Dit voorkomt dat er later ontstekingen aan de wortels ontstaan. Soms is deze behandeling in het verleden al uitgevoerd. Dan hoeft uw tandarts dit niet nog eens te doen.

Het maken van de overkappingsprothese

afdrukken maken

Een afdruk van uw kaak wordt gemaakt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel. Hierop wordt een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt nóg een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw overkappingsprothese gemaakt.

contact tussen boven- en onderkaak

Tijdens een volgend bezoek bepaalt de tandarts de stand van uw boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar. Hij bepaalt hoe de tanden en kiezen in de boven- en onderkaak contact met elkaar moeten gaan maken, zodat u goed met uw overkappingsprothese kunt kauwen.

Kleur, stand en vorm van de kunsttanden

Bent u tevreden over de kleur, de vorm en de stand van uw eigen tanden? Of misschien juist niet? Informeer uw tandarts hierover vóórdat de overkappingsprothese wordt gemaakt. Uw tandarts kan u hierin advies geven. Hij zal proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden.

de laatste fase

Vóórdat de tandarts uw kunstgebit in uw mond kan plaatsen, moet hij nog twee dingen doen. Eerst slijpt hij de tanden en kiezen, die als pijlers voor de overkappingsprothese gaan fungeren, tot net boven het tandvlees af. Alleen de wortel van zo’n tand of kies blijft dus over. Het voorbehandelde kanaal sluit hij af met een vulling. Dan trekt uw tandarts de overige tanden die in uw mond zijn blijven staan. Direct daarop aansluitend plaatst hij de overkappingsprothese. U hoeft dus niet bang te zijn dat u enige tijd zonder tanden zult rondlopen.

De eerste dagen met de overkappingsprothese

nabloeden

De eerste uren na het trekken van uw tanden kunnen de wonden nog een beetje nabloeden. Dat kan uw speeksel rood kleuren. Dit zal vrij snel ophouden. Dan neemt het speeksel ook weer de normale kleur aan. Dat betekent niet dat de wonden helemaal zijn genezen. De eerste 24 uur kunt u ook beter niet spoelen. Er vormen zich namelijk bloedstolsels in de wonden. Als u spoelt, laten die stolsels los en begint het bloeden opnieuw. Drinken mag wel.

Er is een kleine kans dat het bloeden niet overgaat, ondanks de genomen voorzorgsmaatregelen. Waarschuw dan uw tandarts. Neem ook contact op als u pijn houdt. Neem in elk geval niet zomaar een pijnstiller. Sommige pijnstillers kunnen het bloeden juist verergeren. Spreek goed met uw tandarts af wat u de eerste 24 uur wel of niet moet doen.

uiterlijk

Als u in de spiegel kijkt, moet u waarschijnlijk erg wennen. Uw mond is nu eenmaal een belangrijke blikvanger en die is veranderd. Neem een paar dagen de tijd om te wennen en beoordeel dan pas hoe u er met uw nieuwe overkappingsprothese uitziet.

pijn

De eerste dagen zal uw kunstgebit nog niet echt lekker zitten. Het kan klemmen en pijn veroorzaken. Toch mag u het beslist niet uit uw mond halen, want het zit als een verband op de wonden. Vooral kauwen kan in het begin pijn veroorzaken. Eet alleen zachte dingen, zoals puree, gehakt en zacht fruit.

Wennen aan de overkappingsprothese

Pas als u weer bij uw tandarts bent, mag de overkappingsprothese voor de eerste keer uit uw mond. Uw tandarts zal de wonden zonodig reinigen. Hij kan kleine correcties aan uw kunstgebit uitvoeren, waarmee hij de pijn aanzienlijk kan verminderen of wegnemen. Om uw mond te reinigen, kunt u het voorzichtig spoelen met lauw water. Daar kunt u eventueel een beetje zout in doen. U kunt daarvoor ook een bij de drogist verkrijgbaar mondspoelmiddel met chloorhexidine gebruiken, bijvoorbeeld Perio-Aid of Corsodyl. Spoelen met lauwe kamillethee kan ook heel goed. Na een paar dagen beginnen de wonden te genezen en zal de pijn verdwijnen. U zult dan langzaam aan uw overkappingsprothese wennen. Dat vraagt tijd. De een zal sneller wennen dan de ander. Heeft u er erg veel moeite mee? Vraag uw tandarts dan om advies.

eten

Eten met uw nieuwe overkappingsprothese is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan doen. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Probeer langzaam hardere dingen te gaan eten. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met de kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er meer tijd voor dan dat u gewend was.

praten

In het begin praat u nog wat onwennig. Het is alsof u met een volle mond praat. Bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Dit is normaal. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.

Extra voorzieningen bij een overkappingsprothese

Soms blijkt na verloop van tijd dat uw overkappingsprothese minder houvast heeft dan u had verwacht. Meestal kan uw tandarts dan extra voorzieningen aanbrengen. Zo kan hij bijvoorbeeld drukknopjes in de pijlers en in het kunstgebit maken. Of hij kan een andere (veel duurdere) methode hanteren. Dan maakt de tandarts gouden kapjes op de wortels, die hij door een staafje met elkaar verbindt. In het kunstgebit brengt hij een huls aan die precies over dit staafje past. Hierdoor kan het kunstgebit als het ware worden vastgeklikt. Dit systeem kan, net als de drukknopjes, aanzienlijk meer houvast geven aan de overkappingsprothese. In beide gevallen heeft u soms een geheel nieuwe overkappingsprothese nodig.

Gemakkelijke overgang naar een ‘gewoon’ kunstgebit

Een overkappingsprothese heeft in principe dezelfde vorm en afmetingen als een ‘gewoon’ kunstgebit. Daarom kan de overkappingsprothese, als de pijlers onverhoopt toch verloren gaan, eenvoudig worden veranderd in een ‘gewoon’ kunstgebit. Er is slechts een kleine aanpassing nodig. U hoeft dan niet zo lang te wennen aan dit aangepaste kunstgebit. Bovendien voelt het kunstgebit nog steeds vertrouwd aan.

PLAATPROTHESE

De plaatprothese is gemaakt van een roze, tandvleeskleurige kunsthars. Daarin zijn de kunsttanden en kiezen verankerd. De gehele plaatprothese rust op het slijmvlies van de mond. Deze zit eventueel met ankertjes vast aan overgebleven tanden of kiezen.

FRAMEPROTHESE

De frameprothese is gemaakt van metaal. Op het metaal is een tandvleeskleurige kunsthars aangebracht. Daarop zitten de kunsttanden of -kiezen. De frameprothese rust vooral op een deel van de overgebleven tanden of kiezen. Afhankelijk van het ontwerp rust de frameprothese ook meer of minder op het slijmvlies. De tandarts kan de frameprothese op twee manieren bevestigen. Of met metalen ankertjes die om enkele tanden of kiezen klemmen of met een soort slotje. Bij een slotje wordt de ene kant vastgemaakt aan een kroon, tand of kies en de andere kant zit vast aan de frameprothese. De frameprothese kunt u op die manier in het slotje schuiven. Het slotje zit doorgaans aan de binnenkant van de tanden en kiezen en is dus niet vanaf de buitenkant zichtbaar. Ankertjes zijn vaak wel enigszins zichtbaar.

Verschillen tussen de plaat- en frameprothese

Een plaatprothese is goedkoper dan een frameprothese, maar kent dan ook nadelen. Aangezien de plaatprothese geheel op uw tandvlees steunt, kan dat makkelijk tot tandvleesproblemen leiden. Uw tandvlees moet namelijk de kracht veroorzaakt door het kauwen, opvangen. Ook blijft voedsel gemakkelijk onder de plaatprothese zitten. Dat leidt sneller tot ontstekingen van het tandvlees. De frameprothese steunt voor een groot deel op uw overgebleven tanden en kiezen en in mindere mate op het tandvlees. Daardoor vangen uw natuurlijke tanden en kiezen de kauwkrachten op en wordt het tandvlees meer ontzien dan bij een plaatprothese. Welke voor u het meest geschikt is, verschilt per persoon. De keuze maakt u in overleg met uw tandarts.

Het maken van een plaat- of frameprothese

Afhankelijk of uw tandarts een plaat- of frameprothese aanbrengt, beslijpt hij de tanden of kiezen soms of bewerkt hij ze op een andere manier. Daarna maakt hij afdrukken van uw kaken. Dat gebeurt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel. Hierop wordt een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt nóg een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw plaat- of frameprothese gemaakt. In totaal heeft u vijf of zes tandartsbezoeken nodig voor het op maat maken van de plaat- of frameprothese. Alles bij elkaar neemt het ongeveer vijf weken in beslag. Voor de frameprothese duurt het op maat maken meestal enkele weken langer.

De eerste dagen met een plaat- of frameprothese

Een paar dagen nadat de tandarts de plaat- of frameprothese in uw mond heeft geplaatst, controleert hij de pasvorm. U praat wellicht nog een beetje onwennig als u de prothese net draagt. Sommige klanken klinken een beetje anders. Dit is normaal en gaat vanzelf over. U moet gewoon even aan de plaat- of frameprothese wennen. Blijven er klachten bestaan? Neem dan contact op met uw tandarts. Als uw prothese goed zit, zal de tandarts deze controleren tijdens de halfjaarlijkse controle.

Visuele correcties – bleaching en facings

Visuele correcties – bleaching en facings

Nazorg extractie

Wat kan u verwachten na deze ingreep?

pijn

Neem de voorgeschreven pijnstillende medicatie. Gebruik geen acetylsalicylzuur (AspirineÒ) want dit werkt bloedverdunnend. Indien je antibiotica voorgeschreven kreeg, moet je die zoals voorgeschreven uitnemen. De pijn moet na enkele dagen afnemen.

bloeding

Nabloeding is normaal de eerste 24h, je kreeg na de behandeling steriele gaasjes mee van de tandarts. Bijt stevig dicht op het gaasje bovenop de wonde, dit zal de bloeding stoppen en zorgen voor een goede bloedklonter wat nodig is voor een vlotte genezing.

zwelling

Eventueel ijs of coldpack tegen de wang houden, kan zwelling voorkomen.

Tips voor een goede en snelle genezing

Neem de voorgeschreven medicatie! (pijnstiller, mondspoelmiddel, eventueel antibioticum)

Reinig grondig het gebit, zoals we het u aangeleerd hebben. Eventueel heeft u speciale extra zachte borstels meegekregen. Wees sowieso de eerste dagen voorzichtig rondom de zone van de ingreep. Gebruik het voorgeschreven mondspoelmiddel.

Vermijd roken. Roken vertraagt de genezing en bij rokers is de kans op complicaties groter. Roken is trouwens altijd slecht voor uw gebit en kan daarnaast ook andere ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken.

Eten, drinken en spoelen: Eten en drinken mag, maar vermijd te warm voedsel/drank, dit zal nabloeding veroorzaken. Spoelen doe je best pas na 24h. Gebruik dan het mondspoelmiddel zoals voorgeschreven.

Hechtingen kunnen worden verwijderd 7 tot 10 dagen na de uitgevoerde ingreep.

Nazorg extractie wijsheidstanden

Wat kan u verwachten na deze ingreep?

pijn

Na elke chirurgische ingreep is wat pijn onvermijdelijk, neem de voorgeschreven pijnstillers: Ibuprofene  400-600mg maximum 3xdaags. (Niet geschikt voor patiënten met maagzweren, maagontsteking, verminderde nierfunctie.) Indien nodig kan u dit combineren met Paracetamol (DafalganÒ). 1g maximum 3x daags. Beide geneesmiddelen dienen dan tegelijkertijd ingenomen te worden. Neem nooit acetylsalicylzuur (AspirineÒ) aangezien dit de bloedstolling afremt.

zwelling

Om de zwelling te beperken kan je ijs of cold-pack tegen de kaak houden de dag van de ingreep (ongeveer 15” elk uur), alsook de dag erna. Een Cold-pack (wegwerp) wordt u meegegeven na de ingreep. De zwelling neemt meestal af na 48h.

bloeding

lichte nabloeding is normaal gedurende de eerste 24h. Vermijd spoelen zolang de wonde bloedt . U krijgt na de ingreep steriele gaasjes mee, bijt daar zachtjes op toe ter hoogte van de wonde, dit zal de bloeding stoppen.

blauwe plekken

Door inwendige bloeding kan het zijn dat er rondom de operatiezone een blauwe plek ontstaat. De kans hiertoe is groter indien u bloedverdunnende medicatie neemt. Dit is meestal onschuldig.

Tips voor een goede en snelle genezing

Neem de voorgeschreven medicatie! (pijnstiller, mondspoelmiddel, eventueel antibioticum)

Eten en drinken

Eten en drinken mag. (Let wel op voor je verdoofde lip!) De dag van de ingreep gebruik je best geen te warm voedsel/drank aangezien dit de kans op nabloeding vergroot.

spoelen

Spoel vanaf de dag na de ingreep met het voorgeschreven spoelmiddel.

poetsen

Poets zoals we je geleerd hebben de tanden. Wees wel voorzichtig rondom de wonde.

roken

Vermijd roken. Roken vertraagt de genezing en verhoogt de kans op complicaties. Roken is trouwens altijd slecht voor uw gebit en kan daarnaast ook andere ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken.

hechtingen

Kunnen worden verwijderd 7 tot 10 d na de ingreep.

Nazorg sealen

Tandenpoetsen als de kiezen geseald zijn.

Je kunt gewoon met een fluoridetandpasta blijven poetsen. Poets de gesealde vlakken gewoon mee.

Hoe lang gaat de sealant mee?

De sealant die diep in de groeven zit gaat enkele jaren mee. Bij de periodieke controle controleert de tandarts of mondhygiënist of er nog voldoende aanwezig is. Als er wat materiaal is verdwenen, kan dit worden aangevuld.

Nazorg wortelkanaalbehandelingen

Geeft een wortelkanaalbehandeling napijn?

Na het reinigen van de wortelkanalen kunt u eventueel napijn krijgen, die enkele dagen kan aanhouden. U kunt de napijn met een goede pijnstiller onderdrukken. Een antibioticum is meestal niet nodig.

Verkleurt een tand of kies na een wortelkanaalbehandeling?

Een tand of kies verkleurt meestal niet na een wortelkanaalbehandeling. Als er toch enige verkleuring ontstaat, kan uw tandarts die meestal verhelpen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Vraag uw tandarts om advies.

Nazorg implantologie

Wat kan u verwachten na deze ingreep?

pijn

Lichte tot matige pijn gedurende enkele dagen. Neem de voorgeschreven pijnstillers: Ibuprofene (400 tot 600mg), maximum 3x per dag (Niet geschikt voor patiënten met maagzweren, maagontsteking, verminderde nierfunctie.) Indien nodig kan u dit combineren met paracetamol (DafalganÒ) 1g maximim 3x per dag. Beide geneesmiddelen dienen dan tegelijkertijd ingenomen te worden. Neem nooit acetylsalicylzuur (AspirineÒ) aangezien dit de bloedstolling afremt.

zwelling

Om de zwelling te beperken kan je ijs of cold-pack tegen de kaak houden de dag van de ingreep (ongeveer 15” elk uur), alsook de dag erna. Een Cold-pack (wegwerp) wordt u door ons meegegeven na de ingreep. De zwelling lokaal neemt meestal af na 48h.

bloeding

Lichte nabloeding van de wonde is normaal gedurende de eerste 24h. Vermijd spoelen zolang de wonde bloedt . De dag van de ingreep vermijdt u best warme voeding/dranken gezien dit de kans op nabloeding vergroot.

blauwe plekken

Door inwendige bloeding kan het zijn dat er rondom de operatiezone een blauwe plek ontstaat. De kans hiertoe is groter indien u bloedverdunnende medicatie neemt. Dit is meestal onschuldig en verdwijnt na enkele dagen.

Tips voor een goede en snelle genezing

Neem de voorgeschreven medicatie! (pijnstiller, mondspoelmiddel, eventueel antibioticum)

Reinig grondig het gebit, zoals we het u aangeleerd hebben. Eventueel heeft u speciale extra zachte borstels meegekregen. Wees sowieso de eerste dagen voorzichtig rondom de zone van de ingreep. Gebruik het voorgeschreven mondspoelmiddel.

Vermijd roken! Roken vertraagt de genezing en bij rokers is de kans op slecht ingroeien van de implantaten groter. Roken is trouwens altijd slecht voor uw gebit en kan daarnaast ook andere ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken.

De hechtingen zullen verwijderd worden bij de controle-afspraak 7 tot 10 dagen na plaatsing van het implantaat.

Nazorg bij implantaten

Een goede dagelijkse mondhygiëne en regelmatige controle door de tandarts zijn noodzakelijk nadat uw implantaat is geplaatst. De tandarts of kaakchirurg geeft aan wanneer hij u wil terugzien voor controle. De tandarts besteedt bij de controle aandacht aan:

De gezondheid van uw tandvlees.

De situatie van het kaakbot rondom uw implantaten.

Slijtage van de kroon, brug of prothese.

Nazorg kronen en bruggen

Onderhoud van kronen en bruggen

De dagelijkse mondhygiëne is bij kronen en bruggen extra belangrijk. Vooral het tandvlees rondom de kroon of brug moet u goed reinigen. Een kwetsbare plek is de rand van de kroon of brug. Daarop kan gemakkelijk tandplak achterblijven. Plak veroorzaakt gaatjes langs de rand van uw kroon of brug en ontsteking van het tandvlees. Poets dit gebied zorgvuldig met een zachte tandenborstel en gebruik tandenstokers, ragers en/of flossdraad. Uw tandarts of mondhygiënist kan u hierbij adviseren.

Hoe lang gaat een kroon of brug mee?

De materialen zijn zo duurzaam dat een kroon of brug minstens tien jaar meegaat. Een goede mondhygiëne heeft veel invloed op de duurzaamheid. Door een ongelukje kan het natuurlijk voorkomen dat een kroon of een brug al voortijdig wordt beschadigd.

Krijg ik last van napijn bij de behandeling voor een kroon of een brug?

Na plaatsing kan een tand of kies die van een kroon of een brug is voorzien soms gevoelig zijn. Dit is meestal tijdelijk. Raadpleeg uw tandarts als de gevoeligheid aanhoudt of heviger wordt.

Nazorg overkappingsprothese

Regelmatig schoonmaken van de overkappingsprothese

Als u uw overkappingsprothese uit mag doen, moet u deze en vooral de pijlers na elke maaltijd en voor het slapengaan goed reinigen. Op het kunstgebit maar ook eronder, op de pijlers en het slijmvlies waarop uw gebit rust: uw kaken, gehemelte en de overgang van de kaken naar de wangen, blijven gemakkelijk voedselresten achter. Als u deze niet verwijdert, ontstaan gaatjes in de pijlers en gaat het tandvlees rondom de pijlers ontsteken. Daardoor verliezen ze op den duur hun houvast, gaan ze los staan en kunnen pijn veroorzaken.

de overkappingsprothese

Etensresten aan de binnen- en buitenzijde van de overkappingsprothese kunt u het beste verwijderen met behulp van een speciale protheseborstel, bijvoorbeeld van Lactona of Oral-B, en water.

Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan.

Laat uw gladde gebit tijdens het reinigen niet uit uw handen glippen. Het zal kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water en reinig uw kunstgebit daarboven.

Reinig uw prothese dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies.

Leg uw kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op uw kunstgebit.

Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Maak ook de pijlers en uw mond schoon

Spoel in het begin, als de wonden nog niet helemaal zijn genezen, uw mond na elke maaltijd met een beetje lauw water.

Poets daarna minstens één keer per dag de pijlers en het slijmvlies van de kaken met een zachte tandenborstel. U kunt het beste gewone fluoridetandpasta gebruiken.

Breng één keer per dag in de overkappingsprothese op de plaats van de pijlers een gelei (Corsodyl) aan. Dit biedt extra bescherming tegen cariës (gaatjes) en tandvleesontstekingen. Corsodyl is in elke apotheek te koop.

Plaats uw kunstgebit met de gelei ongeveer dertig minuten in uw mond. Haal het daarna weer uit uw mond en spoel het schoon onder de kraan.

Doe uw kunstgebit ’s nachts uit

Uw kaken hebben een tijdje nodig om aan de overkappingsprothese te wennen. Laat uw kunstgebit de eerste week dan ook ’s nachts in uw mond. Daarna is het juist beter om het voor het slapengaan wel uit te doen. Op die manier geeft u ook uw kaken rust.

Vindt u het vervelend om met een lege mond te slapen?

Doe dan alleen uw ondergebit uit.

Wilt u toch liever uw hele gebit dag en nacht dragen?

Laat uw mond en kunstgebit dan minimaal één keer per half jaar door uw tandarts controleren.

Heeft u het kunstgebit niet in uw mond? Bewaar het dan in een glas water. Ververs het water iedere dag. Uw kunstgebit kunt u ook in een glas gevuld met een reinigingsmiddel bewaren. Spoel uw kunstgebit altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.

Aanpassingen aan de overkappingsprothese

Na enige tijd zult u het gevoel hebben dat uw kunstgebit iets losser zit. Dat klopt. De wonden zijn genezen, waardoor uw kaken iets zijn geslonken. Hierdoor is ruimte ontstaan tussen uw kaak en uw kunstgebit. Na ongeveer zes weken of liever nog iets langer, kan de tandarts uw kunstgebit aanpassen. Hij kan een nieuwe laag of ‘voering’ in uw kunstgebit aanbrengen, waardoor het weer steviger zit. In de meeste gevallen zult u dan uw kunstgebit één of twee dagen moeten missen.

Eenmaal een overkappingsprothese, voor altijd klaar?

Na verloop van tijd bent u gewend aan uw nieuwe kunsttanden en -kiezen. Zo goed zelfs, dat het lijkt alsof ze er altijd zijn geweest. Maar dat blijft niet zo. Uw mond verandert omdat uw kaken slinken. Uw kunstgebit blijft wel even groot. Er ontstaat dus ruimte tussen uw overkappingsprothese en uw kaak, waardoor uw gebit op den duur losser gaat zitten. De kaken slinken bij een overkappingsprothese lang niet zo snel als bij een gewoon kunstgebit. Als uw overkappingsprothese niet goed meer past, kan die op sommige plaatsen op uw kaak zwaarder gaan drukken dan op andere. Dat kan pijn veroorzaken. Ga dan naar uw tandarts. Schuur of vijl niet zelf aan uw overkappingsprothese! In zo’n geval past uw tandarts uw kunstgebit aan. Hij kan er een nieuwe laag of ‘voering’ in aanbrengen, waardoor de overkappingsprothese weer steviger zit.

Controle bij uw overkappingsprothese

Het is noodzakelijk dat u éénmaal per halfjaar voor controle naar uw tandarts gaat. Regelmatige controle is belangrijk om de pijlers gezond te houden. De tandarts controleert de pijlers, uw kaken en de overkappingsprothese. Bovendien kan hij u begeleiden bij het schoonhouden ervan. Ook kan hij mogelijk kleine mankementen aan de pijlers en de overkappingsprothese die u zélf niet direct opmerkt verhelpen.

Nazorg plaat- of frameprothesen

Reinigen van een plaat- of frameprothese

Vooral onder uw plaat- of frameprothese kunnen veel etensresten blijven zitten.

Reinig uw prothese na iedere maaltijd dan ook goed met een speciale protheseborstel, bijvoorbeeld van Lactona of Oral-B, en water.

Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Reinig ook het slijmvlies onder uw plaat- of frameprothese (uw kaak, gehemelte en de overgang van de kaak naar de wangen) en poets uw eigen gebit zorgvuldig. Gebruik hiervoor een gewone zachte tandenborstel met fluoridetandpasta.

Besteed extra aandacht aan het verwijderen van tandplak. Vooral op die tanden en kiezen waarop uw prothese steunt. Uw tandarts of mondhygiënist kan u hierover informeren

Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies.

Leg uw kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op uw kunstgebit.

Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Moet ik de plaat- of frameprothese ’s nachts uit doen?

Sommige mensen knarsentanden in hun slaap of drukken de kiezen stevig op elkaar. Dat kan een onnodige druk geven op de plaat- of frameprothese en het tandvlees. Daarnaast herstelt het tandvlees ‘s nachts beter als u de prothese uitdoet. Overleg met uw tandarts wat u het beste kunt doen.

Heeft u de prothese niet in uw mond? Bewaar deze dan in een glas water. Ververs het water iedere dag. U kunt de prothese ook in een glas gevuld met een reinigingsmiddel bewaren. Spoel de prothese altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.

Nazorg facings

Kun je met een facing alles eten?

Met een facing kunt u alles eten. Maar u moet niet op harde dingen bijten, zoals op zuurtjes, uw nagels of bijvoorbeeld een pen. Ook het afscheuren van bijvoorbeeld plakband met uw tanden is af te raden.

Heeft een facing extra onderhoud nodig?

Een facing heeft geen extra onderhoud nodig. Wel zult u zoals altijd uw gebit goed moeten schoonhouden. Poets met een zachte tandenborstel. Gebruik regelmatig tandfloss om ook tussen de tanden goed te reinigen.